Gods smokkelaar

Het was een nogal radicale ommekeer die Anne van der Bijl meemaakte. Opgegroeid in Sint Pancras, een slaperig dorpje onder de rook van Alkmaar, vertrok hij naar Nederlands-Indië om daar avonturen te beleven. Die beleefde hij ook, maar ze brachten hem niet wat hij verwacht had. Een verwonding, innerlijke onrust en gebed van bekenden zetten hem aan het zoeken naar echte vrede. Die vond hij –bij God.

Einde verhaal zou je kunnen denken, maar dat is niet waar. Vanaf het moment dat Van der Bijl Gods vrede ondervond, wilde hij die met de wereld delen. Zo begon nieuw ‘avontuur’, dat hem biddend met een auto vol Bijbels in Oost-Duitsland bracht. En daarna in Polen, Rusland, Roemenië –het hart van het communisme. Daar leerde hij de grote geestelijke nood van wereldburgers kennen, maar ook de reddende hand van God.

Omdat de jonge avonturier van weleer daar niet zelf de roem voor wilde ontvangen, gaf hij opdracht om de Nederlandse vertaling pas na zijn dood te publiceren.

Van der Bijls werk –altijd biddend, in afhankelijkheid van de Heilige Geest en nooit met volle zakken– legde de kiem voor Open Doors. Inmiddels zet die organisatie zich wereldwijd in voor vervolgde christenen. In ‘Gods smokkelaar – Radicaal de grens over voor God’ beschrijft Van der Bijl onomwonden zijn leven zonder God, maar even onbeschroomd het werk van God in hem. Omdat de jonge avonturier van weleer daar niet zelf de roem voor wilde ontvangen, gaf hij opdracht om de Nederlandse vertaling pas na zijn dood te publiceren. Daarom verscheen pas vorige maand –ruim 59 jaar nadat de Engelse editie verscheen– de officiële Nederlandse autobiografie.

Die is leerzaam, soms vermakelijk en vaak praktisch over hoe je een leven in afhankelijkheid van de Heere leeft. Beschamend ook, want de keuzes die Van der Bijl maakte waren radicaal. Maar tegelijkertijd blijkt er ook uit dat wie op God vertrouwt misschien wel in gevaar komt, maar nooit door Hem wordt verlaten.

Deze recensie verscheen eerder in de Veluwse Kerkbode.